
Hagar, God die mij Ziet
Hagar was een Egyptische dienstmaagd van Abrahams vrouw Sara, de bijvrouw van Abraham en de moeder van Ismaël.
De betekenis van Hagar is ‘vreemdeling’.
God had Abraham de belofte gedaan dat hij de ‘vader van een ontelbaar groot volk’ zou worden vergelijkbaar met het aantal sterren aan de hemel.
Het duurde nogal lang. Gods belofte leek uit te blijven. Daarom deed Sara een voorstel aan haar man. ‘Slaap’ met Hagar. Om God als het ware ‘een handje te helpen’.
Sara werd echter jaloers op Hagar toen ze zwanger was en verjoeg haar.
God kwam echter tot Hagar in haar verdriet en zond haar terug naar Abraham en Sara met de belofte dat haar zoon ook ‘de vader van een groot volk zou worden’ en God gebood het kind Ismaël te noemen. Abraham vroeg God om ook met Ismaël te zijn en God herhaalde zijn eerdere belofte aan Hagar.
Later werd ook Sara zwanger. Hieruit werd Isaak geboren.
Na de geboorte van Isaak drong Sara er bij Abraham weer op aan Hagar en Ismaël weg te zenden. Na een laatste garantie van God deed Abraham dit en Hagar trok met haar kind en een kruik water de woestijn in.
God hield Zijn Woord en Ismaël stierf op 137-jarige leeftijd, omringd door zijn nazaten; een volk dat een gebied bewoonde van Havila tot aan Sur.
Het verhaal van Hagar komt ook voor in de Koran.
